Implantology/Implantologie

Het proces waarbij een oraal/tandimplantaat ingroeit in het kaaksbeen wordt 'osseointegratie' genoemd. Dit proces werd reeds in 1952 door Prof. Dr. Per-Ingvar Branemark, bij toeval, ontdekt. In België werden orale implantaten voor het eerst gebruikt aan de KU Leuven in de jaren '80.

foto

Een oraal implantaat lijkt op een schroefje en wordt vervaardigd uit titanium, dat zowel licht als sterk is. Dit wordt in het kaaksbeen ingeplant en zal daar na een 'integratieperiode' vastgroeien. Implantaten geven de patiënt vandaag de dag de mogelijkheid om verloren gegane tanden te vervangen, waar deze opties in het verleden niet bestonden. In de beginperiode van de implantologie werden alleen volledig tandenloze patiënten behandeld en met een aantal implantaten en een vaste constructie die hierop werd vast gezet. Tegenwoordig zijn de opties verder uitgebreid, gaande van klikprotheses tot enkelvoudige tandvervangingen. Tevens zijn in de loop van de jaren de protocollen langzamerhand veranderd, waardoor de mogelijkheiden sterk zijn uitgebreid.

Vervanging van 1 of meerdere tanden

foto

Wanneer 1 of meerdere tanden verloren gaan dan is de plaatsing van 1 of meerdere implantaten een mogelijke optie om deze te vervangen.
Het implantaat zal in het kaaksbeen worden geplaatst. Hierdoor wordt de tandwortel vervangen en verder botverlies tegengaan. De noodzaak om naburige tanden te omslijpen (voor een conventionele brug) wordt aldus vermeden.


Een prothese ondersteunen door implantaten

Patiënten die volledig tandenloos zijn en een volledige (uitneembare) prothese dragen, hebben vaak als klacht dat deze prothese loskomt bij het praten en eten. Dit is vervelend vanuit functioneel en sociaal oogpunt.
Een mogelijk oplossing voor deze patiënten is de 'implantaat gesteunde overkappingsprothese'. Hierbij worden, afhankelijk van de situatie, 2/6 implantaten geplaatst die een nieuwe prothese zullen ondersteunen. De prothese zit hierdoor opnieuw stevig vast wat het eten en spreken ten goede komt. De prothese kan echter nog steeds worden uitgenomen, wat de reiniging en de mondhygiëne vergemakkelijkt. In de bovenkaak hoeft er op dat moment ook geen verhemeltebedekking meer aanwezig te zijn, wat dan weer de smaaksensatie bevordert. Een belangrijk voordeel is dat deze oplossing meestal ook haalbaar is bij patiënten met weinig kaaksbeen, waardoor uitgebreide chirurgische ingrepen kunnen vermeden worden.

Alle verloren gegane elementen vervangen door een vaste brug op implantaten

Patiënten die volledig tandenloos zijn kunnen ook kiezen voor een volledig vaste oplossing op 4/8 implantaten ( 'vaste brug op implantaten'), afhandelijk van de specifieke situatie. Daar deze oplossing niet uitneembaar is, komt deze het meest overeen met natuurlijke tanden. Goede bespreking en overleg met de chirurg en tandarts is echter een noodzaak, daar hier heel wat planning aan vooraf gaat.

De animatie hieronder geeft op schematische wijze weer hoe een implantaat wordt geplaatst.

Uw specifieke situatie

Uw specifieke situatie is natuurlijk individueel verschillend en dient bijgevolg ook zo benaderd te worden. In grote lijnen verloopt een implantaatbehandeling als volgt:

  • Eerste onderzoek: tijdens deze consultatie wordt Uw specifieke situatie van

    foto

    nader bekeken. Uw algemeen medische anamnese (bv. roken, osteoporose en medicatiegbruik) wordt met U overlopen. De implantaatbehandeling wordt gekaderd binnen een volledig behandelplan. Daar de hoeveelheid aan kaaksbeen natuurlijk een belangrijk gegeven is, zal een 3-D radiologische opname worden gemaakt, welke planning op computer mogelijk maakt en U visueel de behandeling toont.
    Dergelijke Cone-Beam CT-scan is heden ten dage een onontbeerlijke stap in de implantaatbehandeling. Het behandelplan wordt vervolgens overlopen met de tandarts.
  • De implantaatoperatie: deze gebeurt vrijwel altijd onder lokale verdoving. U heeft tijdens de ingreep geen pijn, maar voelt natuurlijk wel de handelingen die de chirurg uitvoert. Afhankelijk van de complexiteit van de behandeling zal de patiënt de dagen nadien enige nalast ondervinden (zwelling, bloeduitstorting,...) welke door middel van medicatie zoveel mogelijk wordt opgevangen.
  • De integratieperiode: de eerste week na de operatie mag U geen prothese dragen, teneinde het genezingsproces te bevorderen en de implantaten niet onnodig te belasten. Ongeveer 1 week na de ingreep wordt deze prothese aangepast en kunt U deze terug dragen. Een normale integratieperiode bedraagt 12 weken, maar hangt af van Uw specifieke situatie en de complexiteit. U kan ervan uit gaan dat naarmate de complexiteit toeneemt, ook de genezingsperiode toeneemt.
  • Prothetische afwerking: na de genezingsperiode en wanneer de implantaten ingegroeid zijn, kan de tandarts starten met de prothetische fase.
  • Levenslange nazorg: implantaten zijn 'nieuwe tanden' en verdienen een levenslange controle en een goed onderhoud.

Complexe behandelingen

Behandelingen worden complexer bij:

  • gebruik van bepaalde medicatie (zoals bisfosfonaten, bloedverdunners,...): breng de chirurg hiervan op de hoogte.
  • beperkte hoeveelheden aan kaaksbeen, waardoor reconstructie van het verloren gegane kaaksbeen noodzakelijk is. Dit komt vaak voor bij patiënten die reeds lange tijd tanden zijn kwijtgeraakt of zware ontstekingen hebben gehad rondom de tanden. Ook deze behandelingen kunnen meestal onder lokale verdoving worden uitgevoerd en worden U door chirurg uitvoerig beschreven (bv. sinuslifting, transplantatie van eigen bot, transplantatie van tandvlees of bindweefsel,...).
  • Korte implantaten, leucocyte en platelet-rich-fibrin behandelingen, 3-D chirurgie, esthetische tandvleeschirurgie,...